Leervoorkeuren van Ruijters
Liefde voor leren - Manon Ruijters
Manon Ruijters ontwikkelde in aanvulling op de leerstijlen van Kolb een eigen theorie over leervoorkeuren. Hierbij wordt er verder ingegaan op de context waarbinnen leerlingen graag leren. Ruijters stelt dat er effectief geleerd kan worden wanneer er sprake is van een juiste verbinding tussen leervoorkeur, hetgeen wat er geleerd moet worden, de manier waarop dit leren wordt georganiseerd en waar dit gebeurt. Ruijters geeft haar theorie weer aan de hand van vijf zogenaamde 'metaforen': de kunst afkijken, participeren, oefenen, ontdekken en kennis verwerven (Ruijters, 2016).
De vijf metaforen van Ruijters
1. Kunst afkijken
Leerlingen leren graag aan de hand van observaties. Zij doen graag een docent of een medeleerling na en experimenteren zo min mogelijk. Ze horen graag van anderen wat het beste werkt.
2. Participeren
Leerlingen leren graag in groepen, aan de hand van gesprekken met elkaar komen ze het liefst tot ontdekking.
3. Kennis verwerven
Deze leerlingen werken het liefst individueel en doen hun kennis graag op uit studieboeken of andere bronnen. Vakkennis speelt een cruciale rol binnen het leren voor deze leerlingen. Zij zien graag experts die kennis overdragen.
4. Oefenen
Deze leerlingen oefenen graag in context waarbinnen fouten gemaakt mogen worden. Zij werken graag met feedback en reflecties. Deze leerlingen kunnen hun eigen fouten verbeteren en daardoor hun leerproces.
5. Ontdekken
Leren is voor deze leerlingen een continu proces. Dit gebeurt zowel binnen als buiten de school. Leerlingen leren het liefste op hun eigen manier. Zij experimenteren het liefst zelf en vinden zo zaken uit. Ze houden er niet van wanneer er zaken worden opgelegd.